NEDERLANDSE VERTALING VAN
De droom van Poliphile
Deze vertaling geeft de studenten, wetenschappers en het publiek de gelegenheid om de schoonheid, de betekenis en de mysteries in de tekst en afbeeldingen van het boek te verkennen.
In de loop der eeuwen is er in de Nederlandse taal bijzonder veel veranderd en voor vele mensen, met name jongeren, is de Hypnerotomachia niet goed leesbaar en moeilijk te begrijpen. Deze vertaling van de Poliphile is bestemd om door een nieuwe generatie lezers gelezen en vooral begrepen te worden.
De Hypnerotomachia Poliphili werd in 1499 uitgegeven bij de bekende drukker Aldus Manutius, een Venetiaanse humanist. De Nederlandse vertaling is gebaseerd op de Franse vertaling van Jean Martin uit 1546. De prins bezat de 2e vertaling uit 1554.
Jean Martin beweerde in zijn vertaling van 1546 niet dat hij een exacte vertaling produceerde. Het is echt een aanpassing: het vertalen van de overvolle zinnen van de Hypnerotomachia naar de gewenste “Franse beknoptheid” lukte niet zonder de tekst te verkleinen of te verdichten, naargelang de vertaler geloofde dat de passages transponeerbaar waren naar de Franse geest. Dit alles levert in het Nederlands ook een iets ander boek op dan het origineel dat werd aangeboden aan Willem van Oranje en zijn tijdsgenoten.
De Nederlandse vertaling van deze tekst is geen letterlijke vertaling van Jean Martin. De woordvolgorde van Martin kon niet worden aangehouden. Dit zou in het Nederlands kromme zinsconstructies opleveren.
Bij de vertaling van de Poliphile is uitgegaan van de normen en mogelijkheden van het Nederlands. De vertaling is waar mogelijk gesteld in hedendaagse taal, maar het blijft een meanderende tekst uit de Renaissance, sterk beïnvloed door de interesse voor alles wat klassiek was. In de vertaling worden alle mogelijkheden van het Nederlands gebruikt om de kenmerken en de gelaagdheid van de brontekst weer te geven.
Samengevat
In het boek wordt de ontroostbare Poliphile gekweld door slapeloosheid. Terwijl hij denkt aan zijn onbeantwoorde liefde voor Polia valt hij in slaap en wordt dan schijnbaar wakker in een donker bos waar zijn avonturen beginnen.
In een ietwat labyrintisch verhaal trekt hij door vele vreemde plekken waar hij draken, wolven en maagden tegenkomt, tegen een steeds veranderende achtergrond van mysterieuze ruïnes, monumenten, boomgaarden, tuinen en fonteinen.
Uiteindelijk ontmoet hij een nimf die lijkt op Polia en op wie hij verliefd wordt. Na triomfantelijke processies en verdere spectakels onthult de nimf dat ze in feite Polia is “van wie je zoveel houdt”. Na een ceremonie die lijkt op een huwelijk, gaan ze op jacht naar Cythera in de boot van Cupido.
Polia neemt vervolgens het verhaal over, vertelt hoe Poliphile verliefd op haar werd toen hij voor het eerst zag hoe ze haar haren kamde bij een raam in Treviso. Ze verwerpt niet alleen zijn avances, maar om een belofte te vervullen voor het overleven van de pest, wijdt ze zich aan een leven van eeuwige kuisheid.
Poliphile bezoekt haar stiekem bij de tempel van Diana, en wanneer hij in een dodelijke zwijmeling aan haar voeten valt sleept ze zijn lichaam weg en verbergt het. Maar Cupido verschijnt haar in een visioen en dwingt haar terug te komen en Poliphile weer tot leven te brengen. Venus zegent hun liefde en de geliefden zijn eindelijk verenigd.